Voor het samenstellen van ritten (modulenummer 127) is het noodzakelijk dat minimaal één vervoerswijze aangemaakt is. In de vervoerswijze moet aangevinkt zijn dat deze in een rit gebruikt kan worden. Natuurlijk kunnen meerdere vervoerswijzen gemaakt worden die in ritten gebruikt kunnen worden. Vervoerswijzen worden bij ritten gebruikt om eenvoudig leveringen aan klanten of ophalen van planten bij leveranciers te groeperen. Vervoerswijzen kunnen gemaakt worden op basis van de regio (Noord, Zuid, Midden) waar geleverd moet worden of op leveringstijden (ochtend, middag).
Open het menu Bestand --> Stamgegevens --> Overig --> Vervoerswijzen. Door het aanklikken van [Alles] onderin het scherm, worden alle ingevoerde vervoerswijzen getoond.
Onderstaand een voorbeeld van het invoeren van een vervoerswijze.
Klik op [Toevoegen] om een nieuwe vervoerswijze toe te voegen. De gegevens van een vervoerswijze zijn verdeeld over vier tabbladen:
Op dit tabblad worden de volgende velden ingevoerd:
Kode | Voer hier een korte kode voor de vervoerswijze in. |
Omschrijving | Voer hier een duidelijke omschrijving van de vervoerswijze in. |
Relatienummer | Selecteer hier de transporteur uit de relatiegegevens. Deze transporteur zal de rit gaan uitvoeren. |
Toeslagcode | Selecteer een toeslag. Alleen toeslagen van het type “Vervoerswijze afhankelijk” kunnen worden geselecteerd. |
Opnemen in ritten | Alleen vervoerswijze die hier aangevinkt zijn, kunnen in een rit opgenomen worden. |
Interne tekst | Deze tekst wordt op de loodslijst afgedrukt en is voor intern gebruik. |
Minimaal bedrag | Dit bedrag wordt alleen bij de module Transport (modulenummer 124) gebruikt. Een uitgebreidere beschrijving van deze module volgt nog. |
Op dit tabblad kunnen in diverse talen standaard teksten voor de vervoerswijze ingevoerd worden. Standaard wordt de interne tekst (tabblad 'Algemeen') ingevoegd. Klik in het lijstvak op de taal om onderin het scherm de externe tekst aan te passen. De externe tekst wordt afgedrukt op de Orderbevestiging en de Verzendlijst. De afgedrukte tekst is afhankelijk van de taalcode die aan de relatie is gekoppeld.
Dit tabblad wordt bij het samenstellen van ritten niet gebruikt. De gegevens op dit tabblad hebben betrekking op de module Transport (modulenummer 124). De beschrijving van deze module volgt later.
Op dit tabblad kan ingesteld worden op welke wijze verkooporders en werkbonnen, gekoppeld aan de vervoerswijze, ingedeeld mogen worden. Hierbij is een onderscheid te maken tussen handmatig indelen en automatisch indelen.
Na het invoeren van een vervoerswijze kunnen bestaande adressen (Post- en afleveradressen) collectief aan de vervoerswijze gekoppeld worden. Klik hiervoor op [Bepalen].
In het geopende scherm kunnen op basis van een aantal criteria adressen aan de geopende vervoerswijze gekoppeld worden. De volgende criteria zijn beschikbaar:
Land | Gebruik de dropdownlijst om een van de landen die in WinTree aanwezig zijn te selecteren. |
Vanaf postcode | Voer hier het begincijfer van de postcode in waaraan het adres moet voldoen. |
T/m postcode | Voer hier het eindcijfer van de postcode in waaraan het adres moet voldoen. |
Regio | Gebruik de dropdown lijst voor het selecteren van een van de regio’s die in WinTree aanwezig zijn. |
Indien verschillende criteria worden gecombineerd, zal het aantal adressen dat daar aan voldoet kleiner worden. Dus zullen minder adressen aan de geopende vervoerswijze gekoppeld worden.
Na het invoeren van de criteria kan ook aangeven worden of alleen adressen zonder vervoerswijze moeten worden aangepast of alle adressen. Na het collectief wijzigen is het nog mogelijk om per adres (in de relatiegegevens) de vervoerswijze aan te passen.
Klik na het ingeven van de criteria op [Verwerken]. Na enige tijd wordt een melding getoond waarin aangegeven wordt hoeveel adressen aangepast zijn. Sluit dit scherm middels [OK]. Sluit vervolgens het “Bepalen vervoerswijzen” scherm. Selecteer hierna eventueel een andere vervoerswijze om ook die collectief aan bepaalde adressen te koppelen.